#Onderwijsvraag 19: Waarom de focus op cognitieve ontwikkeling?

Elke twee weken onderzoeken we op BNR, samen met luisteraars en onze volgers, een #Onderwijsvraag. Deze week bespraken we de onderwijsvraag: ‘Waarom leggen we de focus op cognitieve ontwikkeling?’ Wil je de uitzending met Rolf Winters, maker van de film Down to Earth, terugluisteren, klik dan hier voor de podcast!

Waarom de focus op cognitieve ontwikkeling?

We leggen momenteel in onderwijs sterk de nadruk op de cognitieve ontwikkeling, op het toepassen van kennis en informatie, op het intellect van leerlingen, wat we zichtbaar maken door het meten van concrete leerresultaten op het gebied van bijvoorbeeld taal en rekenen. Maar we kunnen de cognitieve ontwikkeling niet los zien van andere, niet-cognitieve ontwikkelingsgebieden. Er is altijd een wisselwerking. Ook de sterke en eenzijdige focus op cognitieve ontwikkeling heeft invloed op wie we zijn en hoe we ons verhouden tot de ander. Zijn we ons voldoende bewust van het effect hiervan en laten we niet een groot potentieel onbenut? Is er voldoende ruimte voor onze intuïtie, ons bewustzijn, ons menszijn? Dat zijn we gaan onderzoeken. Hieronder vind je een eerste verkenning van de historie, de voordelen, de nadelen en de alternatieven.

Het proces van het leren

Cognitieve ontwikkeling is ‘het mentale proces van het opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie’. Het is dat onderdeel van het leren dat zich in je hoofd afspeelt. Cognitieve ontwikkeling staat echter nooit op zichzelf. Zoals Jean Piaget in zijn theorie al aangaf, creëren kinderen hun eigen ontwikkeling doordat ze actief hun omgeving verkennen. Door hun lichamelijke en motorische ontwikkeling wordt de bewegingsvrijheid van kinderen groter en ontdekken ze de wereld om hen heen. Ze doen nieuwe ervaringen op wat hun cognitieve ontwikkeling vervolgens weer stimuleert. Kinderen leren door de kennis die ze eerder verworven hebben te verbinden aan nieuwe kennis. Ook sociale en emotionele ontwikkeling dragen daaraan bij. Kinderen zijn daardoor in staat tot steeds complexere vormen van spel en samenspelen.

Daarnaast speelt de omgeving van het kind een belangrijke rol bij de cognitieve ontwikkeling. Ook Jelle Jolles benadrukt dit. Prikkels uit de omgeving kunnen de motor zijn van de ontwikkeling en rijping van netwerken in de hersenen. Emotionele, culturele en sociale ‘voeding’ is nodig en zorgt ervoor dat het individu zich goed kan ontwikkelen. Een uitdagende omgeving schept de voorwaarden daarvoor. Het is dus een voortdurende wisselwerking.

Verwevenheid

De verwevenheid van de cognitieve ontwikkeling met de verschillende andere ontwikkelingsgebieden is dus heel groot. Ze versterken elkaar en kunnen daarom niet los van elkaar worden gezien. Hoe komt het dan dat we in het onderwijs toch vooral en alleen aandacht besteden aan de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen en hun meetbare resultaten op dat gebied? En wat is het effect daarvan op de verdere ontwikkeling?

– de historie –

‘Kennis is macht’

Daarvoor gaan we eerst terug naar de Verlichting, een stroming die grofweg samenviel met de 18e eeuw en waarin de behoefte aan zuivere kennis de overhand nam. Niet hun gevoel, niet hun geloof, maar een rationele en universele moraal gaf de mensen een waardig en gelukkig bestaan. Sir Francis Bacon (1561 – 1626) liep vooruit op deze denkwijze en gold als vernieuwer van de wetenschap. Om de juiste methode te vinden zijn volgens hem twee stappen nodig: de zuivering van het verstand van alle vooroordelen en overgeleverde dwalingen en vervolgens de toepassing van de correcte methode van denken en onderzoeken. ‘Kennis is macht’, was zijn overtuiging. ‘De moderne wetenschap brengt de mens uiteindelijk vooruitgang.’

De Verlichting, de eeuw van de Rede

Voortbouwend op de ideeën van Francis Bacon nam de rede of ratio een belangrijke plaats in ten tijde van de Verlichting. Het zuivere gebruik van verstand en rede leidt volgens de verlichtingsdenkers tot een ‘Verlichte samenleving’. Ze zetten zich af tegen kerk en autoriteit, willen de wereld in vrijheid bestuderen en de samenleving opnieuw inrichten. ‘Heb de moed je van je eigen verstand te bedienen’, is de zinspreuk van de Verlichting. Het belangrijkste werk uit die tijd was de Encyclopédie, dat bedoeld was om alle tot dan toe beschikbare menselijke kennis te verzamelen en te presenteren.

In 1784 werd de Maatschappij tot Nut van ´t Algemeen opgericht vanuit een brede ongerustheid over de toestand van het onderwijs. De denkbeelden van het Nut sluiten naadloos aan op het Verlichtingsdenken, schrijft Ruth van de Pol in haar scriptie over het onderwijs in die periode. ‘Kennis is de weg naar persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling’, zo klonk het motto van het Nut.

Met het oog op de maatschappelijke ontwikkeling ontstond ruimte voor een moderne invulling van het christendom. Het werd niet langer gezien werd als obstakel voor de vooruitgang, De christelijke waarden, zoals naastenliefde en het bewust zijn van je plicht, speelden nu juist een rol bij het streven naar een nationale eenheid.

Kennis ten behoeve van socialisatie en kwalificatie

Ruth koppelt deze maatschappelijke thema’s uit de 19e eeuw aan drie hoofdfuncties van onderwijs: socialisatie, selectie & allocatie en kwalificatie. Bij het opvoeden van kinderen tot zedelijke burgers van één natiestaat vervulde onderwijs een socialisatiefunctie. De selectie- en allocatiefunctie betrof de voorbereiding van kinderen op verschillende posities in de maatschappij waarbij de kwalificatie leidend was – de mate waarin de leerlingen zich cognitief ontwikkelden en kennis, vaardigheden en houdingen hadden opgedaan die relevant waren voor de arbeidsmarkt.

De moderne westerse wereld, die enerzijds steunt op de wetenschap en technologie en anderzijds op maatschappelijke waarden als mensenrechten en democratie, vindt zijn wortels in de kernwaarden van de Verlichting. Ook nu is het gebruikelijk om socialisatie, selectie & allocatie en kwalificatie als belangrijkste functies van onderwijs te onderscheiden, zo schrijft de Onderwijsraad in het rapport ‘Sturen van vernieuwende onderwijspraktijken’ uit 2007.

We richten ons dus nog altijd voornamelijk op kennis en ontwikkeling ten behoeve van socialisatie en kwalificatie. Kennis die meetbaar tot uitdrukking komt in de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. De steeds groter wordende behoefte aan het meten van prestaties waarover verantwoording moet worden afgelegd en waarop scholen worden afgerekend, draagt daar nog eens aan bij. De cognitieve ontwikkeling van leerlingen, die zichtbaar kan worden via bijvoorbeeld taal, is immers makkelijker te toetsen.

– de voor- en nadelen –

Uitgangspunt voor verdere ontwikkeling

Zoals hierboven ook al is aangegeven staat de cognitieve ontwikkeling niet los van de ontwikkeling van andere ontwikkelingsgebieden en heb je het nodig voor bijvoorbeeld de sociale of emotionele ontwikkeling. Het is dus belangrijk om in te zetten op de cognitieve ontwikkeling en om deze ontwikkeling te stimuleren.

Johannes Visser beschrijft hoe de cognitieve ontwikkeling, het proces van leren, uitgangspunt kan zijn voor verdere ontwikkeling. In een artikel schrijft hij over de rol van kennis in het onderwijs en geeft hij aan dat het opdoen van kennis en het toepassen ervan je de ruimte en mogelijkheid geeft om daar creatief mee om te gaan. ‘Juist kennis in een bepaald vakgebied leidt tot creativiteit.’

Gelijkheid

Er wordt ook belang gehecht aan de focus op cognitieve vaardigheden in de strijd tegen ongelijkheid. ‘Onderwijs dat het zelflerend vermogen van de leerling centraal stelt verhoogt het welzijn maar ook de ongelijkheid’, laat Jan Tishauser ons weten in een tweet. Ook Pedro de Bruyckere beaamt dat. Ze verwijzen, zoals ook Johannes Visser in zijn artikel, naar onderzoek van Hirsch.

Hirsch vraagt in zijn laatste boek uit 2016 aandacht voor de waarde van kennis waar het gaat om het leren van generieke vaardigheden als probleem oplossen, creativiteit en kritisch denken, en legt ook de relatie met kansenongelijkheid. Als het onderwijs leerlingen niet voorziet van voldoende basiskennis, hebben kinderen uit een weinig prikkelende en stimulerende omgeving daar het meeste last van.

Het belang van persoonsvorming

Kennis en ontwikkeling in het kader van kwalificatie en socialisatie zijn daarmee onmisbare functies van het onderwijs. Gert Biesta wijst er echter op dat deze twee functies niet los te zien zijn van persoonsvorming, van het proces waarbij de leerling leert zich te verhouden tot datgene wat hem wordt aangeboden en wat hij tegenkomt in de wereld. De leerling ontwikkelt daar, met andere woorden, zijn eigenheid en komt tot nieuwe inzichten en ideeën. Ontdekken wie je bent, hoe je verschilt van anderen en hoe je je verhoudt tot anderen.

Ook het Centraal Planbureau wijst in een rapport uit 2014 op een te eenzijdige focus op cognitie en geeft aan dat ook, of juist, persoonlijkheid succes voorspelt. ‘De scores die leerlingen op een toets behalen, hangen niet alleen af van cognitieve vaardigheden – hoe goed iemand is in bijvoorbeeld rekenen, wiskunde of taal – maar ook van persoonlijkheid en inzet, die op verschillende manieren kunnen worden geprikkeld.’ De leerkracht is daarbij onmiskenbaar de motor, zo stelt Jelle Jolles.

Het effect van onze keuzes

Het is dus geen kwestie van ‘of-of’, maar van ‘en-en’, van een juiste balans en bewuste keuzes. Alles wat we, bewust of onbewust doen, heeft invloed op onze ontwikkeling. De sterke focus op cognitieve ontwikkeling, op dat wat in ons hoofd gebeurt, heeft invloed op wie we zijn en hoe we ons verhouden tot de ander. Maar heeft de wijze waarop we daar invulling aan geven ook het gewenste effect? Hebben we er voldoende oog voor? Missen we de taal om erover te spreken, om er over van gedachte te wisselen?

De sleutel naar balans

Rolf Winters, maker van de film Down to Earth – en samen met Claire aanwezig in de uitzending bij BNR bij deze onderwijsvraag, meent dat we door de focus op de ratio, op denkvermogen, op dat wat in ons hoofd gebeurt, de balans zijn kwijtgeraakt. ‘We rennen in de rondte, maar weten niet waar naartoe. We zitten vast in een patroon en kunnen geen kant op. We hebben geen echte vrijheid meer, en onze macht om echt dingen te bewerkstelligen, hebben we afgestaan aan instituten, aan het systeem’ zegt hij in een interview met het Financieel Dagblad. Met de film laat hij zien dat we de balans terug kunnen vinden als we inzien wat de gevolgen zijn van ons gedrag, van onze keuzes. Dat kan als we in contact komen met onze levensbron, de natuur, met de diepzittende kennis over ons menszijn. ‘Ons menselijk potentieel is groter dan we denken met ons hoofd. We hebben zelf de sleutel in handen om doelbewuste keuzes te maken, om verschil te maken.’

Wie ben ik?

En daarom is het zo essentieel dat we ons telkens afvragen: ‘Wie ben ik? Wat is mijn unieke plek in dit grotere geheel?’ Meer dan ooit tevoren is dit de vraag die zo velen bezig houdt. Het is het advies van zo’n beetje elke coach, elk zelfhulpboek, elke motivatiegoeroe, iedereen die het goed met anderen voorheeft: wees vooral jezelf, kom in je kracht, word wie je bent. Maar hoe moet je worden wie je bent als je op school zelden of nooit met de vraag naar wie je bent in aanraking komt? Een lastige vraag. Er is geen ‘goed’ of ‘fout’ en de uitkomst is hooguit merkbaar, maar moeilijk te meten.

Maar het is de essentie van vandaag de dag, schrijft Claire in haar verhaal ‘Onderwijs van A naar Beter – Naar een nieuw denkkader in educatie’. ‘Het is de essentie van de grote vraagstukken in de wereld, en in haar beleving het onderliggende probleem van vraagstukken als populisme en radicalisering: mensen, overal ter wereld, willen er gewoonweg toe doen, willen gewoonweg gezien worden voor wie ze werkelijk zijn. Wij moeten weer leren om mensen, alle mensen, te zien voor wie ze zijn, voor wat eenieder uniek en bijzonder maakt – en daarmee ook voor wat ons juist allemaal hetzelfde maakt: we zijn allemaal mens. We zijn allemaal bewoners van onze ene kleine planeet aarde. We hebben het met elkaar te doen hier. Maar hoe? Hoe doen we dat beter? En wat moeten we daarvoor leren?’

– de alternatieven – 

School of Understanding

Binnen het onderwijs, op verschillende vernieuwende scholen, worden steeds meer bewuste keuzes gemaakt en wordt er naast de cognitieve en sociale ontwikkeling ook aandacht besteed aan een gerichte en evenwichtige persoonlijke ontwikkeling. Een voorbeeld van zo’n school is de School of Understanding waar de levenshouding van het kind centraal staat. De focus ligt op de vraag ‘wie word je?’ in plaats van ‘wat weet je?’ Er is veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, voor levenslessen, werkhouding en persoonlijke motivatie.

Gelukskunde

Wil je er zelf graag een begin mee maken binnen jouw school, dan kun je de lessen Gelukskunde daar bijvoorbeeld voor inzetten. Ontwikkeld door Theo Wismans, die het gebruikte voor zijn lessen maatschappijleer op het beroepscollege Parkstad, locatie Brandenberg. Ook met de ‘Gelukskoffer’ werken kinderen aan hun persoonlijke ontwikkeling en hun eigen invloed op geluk.

Habits of mind

Een andere tool die je inzicht geeft in persoonlijke ontwikkeling en in de wijze waarop leerlingen omgaan met de kennis die ze hebben opgedaan, is Habits of Mind: hebben de leerlingen het vermogen om problemen te analyseren, strategieën te bedenken, kansen te zien en te putten uit opgedane kennis en eerdere ervaringen? Geven ze snel op of gaan ze door tot in perfectie. Vinden ze de uitkomst van een probleem het belangrijkst of kunnen ze genieten van het leerproces wat eraan vooraf gaat? ‘Habits of Mind geeft je een innerlijk kompas dat je door het leven leidt, op school, thuis, in de wereld.’

Wil je meer lezen?

Andere bronnen die we vonden over dit thema zijn artikelen op de website van NIVOZ, zoals een recent manifest, waarin de vraag centraal staat hoe we alle kinderen en jongeren zich verbonden kunnen laten voelen met de wereld om hen heen, en een advies aan Onderwijs2032 over het realiseren van een ander mensbeeld dan nu gangbaar is. Zie daarvoor ook ‘De leerling als mens, uitgangspunten voor een nieuw curriculum’.

Daarnaast een advies van de Onderwijsraad uit 2011 met betrekking tot ruimte voor brede ontwikkeling en een onderzoek van het Kohnstaminstituut uit 2011 met betrekking tot ‘soft skills’ en sociale competenties in het secundair onderwijs. Wil je meer lezen over het gedachtegoed van de Habits of Mind, dan kun je dat terugvinden in dit interview.

Tot slot

Deze onderwijsvraag is tot stand gekomen dankzij de waardevolle input, inzichten en bijdragen van Rolf Winters, Casper Hulshof en vele anderen via Twitter, zoals je hier kunt terugvinden.

Heb je nog aanvullingen, nieuwe inzichten of (vooral) wetenschappelijk onderzoek of data die bovenstaande argumenten verder onderbouwen of juist verwerpen? We horen het graag!
Heb je zelf een onderwijsvraag of wil je mee discussiëren over de Onderwijsvragen? Gebruik de hashtags #onderwijsvraag of #onderwijsvragen op sociale media!