‘Ik ben voor ontwikkel-recht in plaats van leerplicht’

Deze uitdagende en snel veranderende tijd vraagt om lichtpuntjes, om mooie voorbeelden van de manier waarop onderwijs in lijn kan zijn met wat er nu nodig is, met wat kinderen en de samenleving nodig hebben. We delen hierbij graag het even opzienbarende als praktische verhaal van Eva Vesseur, zij vormt samen met Berit Mastenbroek het bestuur en de directie van Klein Amsterdam in Amsterdam Noord.

Eva vertelt hoe zij de afgelopen periode heeft ervaren, hoe ze dit met haar team heeft beleefd en hoe zij uit deze huidige omstandigheden nieuwe kansen heeft gecreëerd. Niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de zwaar getroffen culturele sector in de hoofdstad.

Waarom heb je voor het onderwijs gekozen?

Ik heb daar eigenlijk niet voor gekozen. Het is eerder andersom. Ik kom uit de wereld van kunst en cultuur. Heb als eerste drama en scenarioschrijven gestudeerd. Heel leuk, maar wat me tegenstond in die wereld was de bubbel van de ‘hogere kunst’. Dit vertegenwoordigt maar een beperkte doelgroep. Ik miste de maatschappelijke relevantie, echt van betekenis zijn. Toen ben ik les gaan geven in een jongerentheater en ontdekte ik hoeveel plezier ik daaraan beleefde. Gaandeweg ging het onderwijs steeds meer als een tweede natuur voelen en ben ik ook onderwijskunde gaan studeren om mijn basis te versterken.

Hoe is Klein Amsterdam ontstaan?

De school is opgericht door een kleine gedreven groep ouders en leerkrachten met een missie. Vanuit de overtuiging dat regulier onderwijs soms leren en ontwikkelen in de weg staat. Teveel moeten, teveel bureaucratie, teveel methodes, teveel uitgaan van een gemiddelde leerling, om maar een paar argumenten te noemen. Wij wilden het anders aanpakken. Veel meer vanuit wat kinderen zelf aangeven dat ze nodig hebben, vanuit hun persoonlijke leer- en ontwikkelingsbehoeften. Wij mogen weliswaar volwassen zijn, maar wij weten niet wat het beste is voor kinderen. Dat is een illusie. Wij kunnen net zo veel leren van kinderen als kinderen van ons. Zo’n uitspraak: ‘we bereiden kinderen voor op de samenleving die wij nog niet kennen’, daar kan ik helemaal niets mee. Wij zijn er vooral om kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling.

Mijn droom is om van de school een echte ontmoetingsplaats te maken, waar mensen samenkomen om te leren. Waar we samen met partners uit de omgeving gedeelde verantwoordelijkheid nemen voor het welbevinden van kinderen.

Wat is je droom?

Mijn droom is om van de school een echte ontmoetingsplaats te maken, waar mensen samenkomen om te leren. Waar we samen met partners uit de omgeving gedeelde verantwoordelijkheid nemen voor het welbevinden van kinderen. Natuurlijk zijn basisvaardigheden belangrijk, maar net zo belangrijk vind ik plezier maken, omgaan met gevoelens van jezelf en de ander en creatieve ontwikkeling. Wij willen loskomen van het denken in vakken en kijken veel breder naar ontwikkeling. Werken vanuit waarden en een gedeeld besef waarom we doen wat we doen. We hebben ook een nieuwe taal nodig die beter past bij de nieuwe realiteit die we samen bouwen. Een woord als leerplicht, daar wil ik liever ontwikkel-recht van maken.

Wat zegt de essentie van Klein Amsterdam over jou?

Heel veel. Ik had als kind al moeite met het conformeren aan bestaande kaders en structuren. Ik was tegendraads en wilde niet in een hokje passen. Tegelijkertijd zocht ik voortdurend naar een groepje om bij te horen. Hoe zeer je ook je eigenheid koestert, we zijn ook sociale wezens die zich verbonden willen voelen, die het nodig hebben om elkaar op te zoeken en van elkaar te leren. Die rebelse en tegelijk verbindende kanten zie ik ook terug in de school die we met elkaar zijn.

Hoe heb je de afgelopen periode ervaren?

Ik heb de tijd sinds de sluiting van de scholen als heel intensief ervaren. Met heel veel verschillende gevoelens die elkaar afwisselden. Ik vond het wel prettig, dat ik een relatieve rust had en ruimte voor mijn creativiteit. Daarnaast vond ik het bijzonder hoe waardevol de telefonische gesprekken waren die mijn collega directeur Berit en ik met teamleden voerden. Zo’n uur bellen leverde meer persoonlijk contact op dan normaal in een vergadering. Dan gaat het niet alleen over onderwijs, maar ook over de emoties die er zijn, de moeite en de steun die je elkaar kunt geven. Frustrerend was vaak dat je tijdens al dat beeldbellen met het team elkaar een beetje kwijt raakt juist. Je kunt niet goed zien hoe iemand erbij zit, je kunt niet goed aanvoelen wat er leeft. Ik werd soms heel recalcitrant van die online meetings achter elkaar. Het is een fictieve werkomgeving waarin ik de authenticiteit mis. Ik heb gemerkt dat ik dat live contact echt nodig heb. Positief was wel dat bijeenkomsten efficiënter verlopen en dat je sneller beslissingen neemt.

De echte en intense verbinding die we met elkaar hebben weten te maken. Dat is wat ik wil bewaren na deze periode.

Wat heeft je het meest geraakt?

Er waren in het team een paar collega’s die helemaal hun betekenis kwijt waren. Leerkrachten zijn dienstbaar aan kinderen en ontlenen een deel van hun identiteit aan hun werk op school. Ze waren hun betekenis even kwijt omdat het gebruikelijke contact met kinderen was weggevallen. Mijn ondersteuning bestond voornamelijk uit luisteren en erkennen. Ik heb benoemd dat dit gedwongen stilstaan ook een enorme kans is om te reflecteren. We hebben als directie de teamleden ‘de queeste van de ruimtehouders’ cadeau gedaan. Een online programma om beter om te gaan met onzekerheid. Wat ik in mijn team zag, was dat veel teamleden de crisis allemaal anders beleven. Iedereen heeft een andere manier om ermee om te gaan. Dat zal straks ook nog wat energie vragen als we weer als team bij elkaar komen.

Wat wil je bewaren uit deze periode?

De echte en intense verbinding die we met elkaar hebben weten te maken. We hebben elkaar nodig om samen verder te komen.

Welk idee hebben jullie bedacht nu de school weer gedeeltelijk open mag?

Ik zag er enorm tegenop om straks overal plakband te moeten plakken om 1,5 meter tussenruimte te garanderen en wellicht kinderen huilend bij het hek achter te moeten laten. Ik werd chagrijnig bij de gedachte alleen al. Ik bedacht dat er andere manieren moesten zijn om in kleine groepjes les te geven. We hebben het voorrecht dat
we straks als een van de eerste sectoren weer open mogen gaan. Dat is anders in de culturele sector waar mijn hart natuurlijk ook ligt. Mensen zijn daar zo ontzettend de dupe, de kunstenaars, de makers en kleine theaters. Ik bedacht hoe we hen konden helpen en hoe we tegelijk betekenisvol onderwijs kunnen geven. Hoe leuk is het als we straks een periode les geven in een galerie of in een horeca onderneming, een museum of in een bioscoop die nu leeg staat?

Door eigenzinnig onze eigen weg te zoeken. Zo vonden we een antwoord dat past bij wie we willen zijn. Een school die staat voor de kracht van kinderen en die verbinding weet te maken met de samenleving.

Wat maakt jullie idee grensverleggend?

Wij werken momenteel met de kinderen aan een een project over beroepen. Dat hebben we nu omgevormd tot ‘wat kunnen we nu leren voor later?’ Dat gaan we onder andere invullen door kinderen interviews te laten doen met professionals die geraakt zijn door de crisis. Het is een uitgelezen kans om ons onderwijs te verrijken en tegelijk het leed enigszins te verzachten voor de culturele sector. We zetten daarvoor een extra subsidie in die we kregen om extern ruimtes te huren.
Wat ons idee grensverleggend maakt, is dat we een eigen antwoord hebben bedacht op de oproep van het kabinet om het onderwijs met social distance in te richten. Door niet binnen bestaande kaders te blijven redeneren, maar juist door het vraagstuk in een breder maatschappelijk perspectief te plaatsen. Door eigenzinnig onze eigen weg te zoeken. Zo vonden we een antwoord dat past bij wie we willen zijn. Een school die staat voor de kracht van kinderen en die verbinding weet te maken met de samenleving.

Eva heeft vorig jaar deelgenomen aan Expeditie Leiderschap, een intensief en persoonlijk traject voor leiders in onderwijs die verantwoordelijkheid willen nemen voor hun eigen en professionele ontwikkeling en zich willen inzetten voor de transformatie van het onderwijs in hun organisatie, school of leeromgeving.

In deze prachtige serie podcasts van Jan Jaap Hubeek kun je meer horen van Eva Vesseur en over Klein Amsterdam.