Het is het meest voorkomende thema in beleidsstukken en in bestuurskamers: Hoe kunnen we de onderwijskwaliteit in Nederland verbeteren. Tjsa, wie wil dat nou niet? Maar voor we aan de slag gaan met deltaplannen, strategische beleidsplannen en noodsignalen hebben we eerst de allerbelangrijkste vraag te beantwoorden: wat is kwaliteit eigenlijk en hoe bepalen we dit?
Want hoe bepaal je überhaupt de kwaliteit van de dingen die van waarde zijn in het leven? Hoe bepaal je de kwaliteit van de dingen die je koopt, van het eten wat je eet, van de diensten die je afneemt, van de mensen die je aanneemt in je organisatie? En hoe kunnen we dat in hemelsnaam meetbaar en inzichtelijk maken voor anderen?
Ik vind het een moeilijke vraag. Want hoe doe ik dat in het dagelijks leven, waar merk ik aan dat iets ‘goed’ is?
Fysieke reactie
Zelf ervaar ik vaak een fysieke reactie in mijn lichaam als ik weet dat iets goed is, als het ‘klopt’: ik krijg kippenvel, ik zit met open mond te luisteren, mijn hart gaat sneller kloppen of ik krijg een grote glimlach op mijn gezicht. Ik krijg een brok in mijn keel of tranen van ontroering. Als ik het in woorden probeer te vangen, is dat ontzettend moeilijk. Dan schieten woorden letterlijk tekort.
Ik heb dat ook bij scholen: je VOELT gewoon dat het goed is. Of niet.
Wat maakt een goede school?
Bij Operation Education (OE) onderzoeken we al 12 jaar deze vraag in een poging hier woorden aan te geven en om meer navolging te creëren: wat maakt nou een goede school, wat maakt goed onderwijs? Wat gebeurt er dan? Waar richt je je dan op, waar meet je dit dan aan af? En natuurlijk ook: wat doe je dan niet?
Doel van onderwijs
Inmiddels zijn we daar al heel wat stappen in verder. Als je een goede school bent doe je in ieder geval wat in de wet staat – zoals in artikel 8 wet PO, artikel 2.2 wet VO, artikel 11 wet Expertisecentra en in artikel 29 van het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Want daarin is het doel van onderwijs vastgelegd dus dat zou ook de toetssteen moeten zijn waar het gaat om kwaliteit.
School voor het leven
Al die wetteksten zijn een hele hoop woorden bij elkaar die wij als OE tegenwoordig samenvatten in één woord: het leven. Het voluit kunnen leven van individu, samenleving en planeet. Met ons onderwijs laten we kinderen, jongeren en studenten floreren met alles wat ze in zich hebben; dragen we bij aan een florerende samenleving en leren we hoe we al het leven op aarde kunnen laten floreren. Eigenlijk zou elke school een School voor het Leven moeten zijn.
Maar ja, dat is nog altijd een heel complex begrip. Want hoe toets je dat dan? En waar merk je dat aan? Wat is eigenlijk de essentie van leven?
Onlangs kwam daar een heel simpel inzicht bij: dat het allemaal draait om liefde. Want de essentie van leven is liefde – voor jezelf, voor elkaar, voor alle levende wezens.
Op een school waarvan je aan alles voelt dat het klopt, is er heel veel liefde.
Liefde voor de kinderen
Er is onmiskenbaar liefde van de leraren voor de kinderen – in al hun verscheidenheid en met al hun talenten, eigenaardigheden en persoonlijkheden. Leraren spreken vol liefde over ‘hun’ kinderen, jongeren of studenten en ze behandelen ze met veel respect en vertrouwen, ook als ze iets onhandigs hebben gedaan, fouten hebben gemaakt, ingewikkeld gedrag vertonen of getraumatiseerd zijn. Want die liefde is onvoorwaardelijk en niet afhankelijk van prestaties. Gedoe en problemen horen bij het leven en we hebben allemaal te leren hiermee om te gaan – dat was nou net de essentie van het leven leren.
Liefde voor de leraren
De kinderen hebben veel liefde voor hun leraren – ze gaan voor hun meesters, juffen of docenten door het vuur, komen soms spontaan om een knuffel vragen, nemen ze in vertrouwen waar het gaat om vraagstukken in hun leven. De kinderen en jongeren praten over ‘wij’ als ze het over de school hebben, want het is duidelijk ook ‘hun’ school. En als ze erover praten, krijgen ze lichtjes in hun ogen. Want hier is het fijn, hier doe je ertoe en wat je hier leert doet ertoe. Pure liefde.
Liefde voor elkaar
Iedereen in de school heeft liefde en respect voor de ander – in ieders verscheidenheid, rol, persoonlijkheid, eigenaardigheden en talenten. Er heerst een cultuur waarin eenieder het allerbeste wordt gegund en waarin iedereen ook op de eigen manier van waarde en betekenis kan zijn – juist omdat iedereen in iets anders goed is.
Liefde voor jezelf
Mede omdat er zoveel liefde voor elkaar is, is het makkelijker om liefde voor jezelf te ontwikkelen en te behouden. Als je niet wordt afgerekend op cijfers of vergelijkingen met elkaar en iedereen wordt aangemoedigd om het eigen unieke zelf te laten zien en zijn, in verbinding met anderen, leer je een hoop zelf-acceptatie en zelfliefde ontwikkelen en jezelf te leren kennen, met al je talenten en eigenaardigheden. Het blijkt het belangrijkste uitgangspunt te zijn voor de rest van je leven, want vanuit zelfliefde en zelfacceptatie is het een stuk makkelijker om de ander te accepteren en te vertrouwen – en om te gaan staan voor je idealen en voor een wereld waarin al het leven kan worden gekoesterd.
Liefde voor je vak
De leraren hebben onmiskenbaar liefde voor hun vak en praten er vol passie en hartstocht over – en de kinderen, jongeren of studenten hangen aan hun lippen. Ze willen geen minuut missen van hun lessen en raken erdoor geïnspireerd. “Maak ze gek voor je vak” is het credo en deze hartstocht wordt via de opgedane kennis een leven lang doorgegeven en doorleefd door de studenten.
Liefde in het team
Er is ook in het team veel liefde voor elkaar – als iemand er even flink doorheen zit (want hé, ook dat hoort erbij), dan is er steun en een luisterend oor, dan vang je elkaar op en vul je elkaar aan. Natuurlijk mag je het even niet weten, want er is nou eenmaal geen standaardrecept voor wat we met elkaar te doen hebben en samen weten we meer. Er wordt intensief samengewerkt, met veel liefde en respect voor elkaars aanvullende capaciteiten, om datgene te doen en te ontwikkelen wat we te doen hebben – en het team gaat continu bij elkaar te rade hoe ze dit beter kunnen doen.
Liefde voor de ouders
Op zo’n school is er ook veel liefde voor de ouders – degenen met wie je de kinderen begeleidt op hun levenspad. Als de ouders er niet zijn, worden ze gemist, en in de school worden ze met open armen ontvangen en serieus genomen in hun observaties, ervaringen en vragen. Dit is geheel wederzijds, want de ouders spreken ook vol liefde over de school, de leraren en over hoe graag hun kind naar school gaat en daar tot volle bloei en ontwikkeling komt.
Liefde voor het leven
Er is veel liefde voor het leven en voor alles wat daarbij komt kijken. Voor het mooie en het ingewikkelde in het leven. Voor alle levensvormen. Er wordt zorgvuldig omgesprongen met alle materialen, met de omgeving rond de school en met alle levende wezens. De kinderen, jongeren en studenten dragen deze kennis van en liefde voor het leven de rest van hun leven met zich mee en brengen dit tot uiting in alle gebieden en contexten waar ze in hun leven een bijdrage aan leveren.
Liefde vanuit de samenleving
Maar bovenal heeft de omgeving van de school en de gehele samenleving enorm veel liefde voor haar leraren: zij zijn tenslotte de belangrijkste begeleiders op het levenspad van onze jonge en toekomstige generaties. Ze zijn de sleutelfiguren voor een betere toekomst. En precies daarom staan leraren in de rij om hun rol te vervullen.
Hoe zouden we dit kunnen bereiken?
Stel je toch eens voor dat de kernvraag bij inspectiebezoeken zou zijn: hoeveel liefde is er op deze school? Wat als beleidsplannen zouden draaien om het vergroten van de liefde in en voor het onderwijs? Wat als bij elke beslissing rondom onderwijs zou draaien om de vraag ‘wat zou de liefde doen’?
Zou daarmee de kwaliteit van het onderwijs niet als vanzelf enorm verbeteren?
Ben je benieuwd naar hoe dit er in de praktijk uit kan zien? Bij de volgende editie van de School van het Leven gaan we langs bij de Tarcisiusschool en Aventurijn in Nijmegen. Want het kan, echt!
Dank Helma van der Hoorn, Joni Bais, Kees Klomp, Christina von Dreien en Papa† voor dit inzicht en Marianne Thieme voor het laatste zetje om dit ook zo uit te spreken.