Van A naar B – maar ondertussen?

Het onderwijs laten aansluiten op de leefwereld en ontwikkelfasen van kinderen. Dat recht doet aan de capaciteiten van kinderen. En tegelijkertijd voldoet aan alle strenge eisen van de inspectie. Het lijkt steeds moeilijker te worden. Als onderwijsprofessional voel je misschien dat de huidige manier niet meer werkt. Maar je voelt je gevangen in een wereld van wetten en kaders, van cijfers en vinkjes. Hoe kan het wél?

Wie Operation Education al langere tijd volgt, weet dat we het vaak hebben over twee werelden. Twee visies, twee beelden die we hebben van de mens en de wereld waarin wij leven. Wereld A en wereld B. Beide visies zijn ontstaan vanuit de wil om het juiste te doen voor de mens, de natuur en de wereld in zijn geheel. Er is niet per se iets inherent ‘goed’ of ‘fout’ aan deze twee beelden. Maar we moeten ons wel afvragen in welke situatie welk wereldbeeld toepasbaar is – inclusief de gevolgen ervan.

Wereld A

Wereld A draait om exploiteren en wordt bestuurd door management. In deze wereld proberen we met behulp van zo veel mogelijk controle te voorkomen dat er iets mis gaat. Ontwikkelingen zijn gegoten in lineaire processen, gericht op vroegtijdige signalering van potentiële problemen, zodat er op tijd bijgestuurd of geremedieerd kan worden. Beheersing, controle, bewijsbaarheid, meetbaarheid, schaalbaarheid, efficiëntie, effectiviteit en de economie zijn belangrijke factoren in wereld A.

“Het onderwijs is geen koekjesfabriek”

Wereld A is bekend en verandert niet. Dit is heel toepasbaar in een voorspelbaar en beheersbaar proces, zoals in een koekjesfabriek: het recept is al 100 jaar hetzelfde en dat hoeft niet te veranderen. Mislukte koekjes gooi je weg. Tot op zekere hoogte werkt dit ook zo in het onderwijs. Er zijn namelijk dingen die je iedereen wilt leren, zoals spelling en vermenigvuldigen. Ware het niet dat het onderwijs geen koekjesfabriek is en kinderen geen koekjes zijn die je weg kunt gooien als het even niet loopt zoals verwacht.

En anders lopen doet het altijd. Niet alles in het leven is nu eenmaal bekend. Er gebeuren ook onbekende én onkenbare dingen. Denk aan een verkiezingsuitslag; je weet niet wat het gaat brengen. En je weet niet hoe ieder kind reageert op een bepaalde methode. Want ieder kind heeft zijn eigen ontwikkelproces.

De keerzijde van wereld A

Zoals gezegd is wereld A niet inherent fout (en het is ook niet zo dat íeder onderdeel van deze wereld achterhaald is, het probleem zit hem vooral in de nadruk die erop ligt). Het onderwijssysteem op deze manier is ontstaan in een tijd waarin het op die manier werkte. Na de afschaffing van de kinderarbeid en in de tijd van de industriële revolutie, waarin ineens grote groepen kinderen onderwijs moesten genieten. Er moest snel iets worden opgezet dat op de meeste kinderen toepasbaar is, schaalbaar en controleerbaar. Dit heeft destijds voor veel goeds gezorgd. Maar het zorgde ook voor eenvormigheid en separatie. Het onderwijs werd heel statisch. Gestandaardiseerd. Een top-down transactie.

“Het lijkt alsof het onderwijs gevangen zit in wereld A terwijl de gehele mensheid leeft in wereld B”

Het ´ondertussen´: tussen wereld A en wereld B.

Wat hierdoor ook is ontstaan is een gevoel van wantrouwen naar de ontwikkeling van het kind én van het vakmanschap van de leraar. Meer en meer wordt de leraar (én de school én het kind) afgerekend op meetbare eenheden. Ze moeten volgens een bepaalde methode lesgeven en ieder kind op hetzelfde moment dezelfde toets laten maken. En dat terwijl de kinderen van tegenwoordig steeds meer vragen om een andere vorm van begeleiding in hun ontwikkeling. Het lijkt alsof het onderwijs gevangen zit in wereld A terwijl de gehele mensheid leeft in wereld B.

Wereld B

In wereld B staat het welzijn en het floreren van ál het leven op aarde centraal. Deze wereld gaat uit van mensen als complexe, levende wezens. En van een omgeving die altijd in beweging is. Het draait om exploreren en krijgt richting door krachtig en dienstbaar leiderschap. ‘Denken’ en ‘doen’ zijn verweven met elkaar in deze wereld. Iedere betrokkene heeft eigenaarschap en invloed op de processen, op de groei en ontwikkeling van zichzelf én zijn omgeving. Processen, mensen, vertrouwen, diversiteit, verbinding, interactie zijn kenmerkend voor deze wereld B waarin al het leven op aarde samen leeft.

Met input uit verschillende perspectieven ga je samen exploreren, experimenteren en uitvinden. In de goede dingen investeer je tijd, aandacht, geld en liefde. Je gaat nieuwe dingen toepassen en leren wat wel en niet werkt. En op basis daarvan pas je aan. Trial and error.

Wereld B is onze natuur. Kijk bijvoorbeeld naar de eerste week van de corona-pandemie. Er was geen protocol, geen wetgeving, maar wel een enorm gevoel van verantwoordelijkheid. Mensen keken samen wie wat kon en wat het belangrijkste was om mee door te gaan.

“In het ondertussen moet je bereid zijn om alles te ervaren”

Van A naar B

Wat dus nodig is, is een verschuiving in het onderwijs van wereld A naar wereld B. Daarbij hoeven we niet per se alle schepen uit wereld A achter ons te verbranden. Dat wat wél werkt kunnen we meenemen, mits het op de ‘manier van wereld B’ gebeurt.

Maar die transformatie is niet simpel. We bevinden ons nu dan ook in een tussenliggende periode: het ondertussen. In deze fase moet je afscheid nemen van het oude, terwijl je nog niet precies weet hoe het nieuwe eruit ziet. In deze fase zet je je bootje af van de kant en begin je te varen, zonder dat je precies weet waar je uit gaat komen. Een fase waarin je wel bereidwillig moet zijn om alles te ervaren.

Het ondertussen

Een vereiste voor ‘het ondertussen’ is dat je leert oké te zijn met het niet-weten. Niemand weet hoe de toekomst eruit ziet. Maar in het onderwijs moeten we doen waarvan we denken dat het kinderen helpt. En dat terwijl het risico op te worden afgerekend op wereld A op de loer ligt. Dat maakt het lastig.

“We hebben leiders nodig die vanuit passie en vertrouwen ruimte geven aan anderen”

Persoonlijk leiderschap

Daarom zijn duurzame, veerkrachtige teams belangrijk. Die bereid en in staat zijn om in te spelen op wat er is, om het juiste te doen. Teams die worden aangestuurd door een sterk staande en dienstbare leider. Iemand die vanuit eigen kernwaarden met passie en vertrouwen ruimte geeft aan anderen. Zodat er vanzelf weer nieuwe dingen kunnen ontstaan. Omdat iedereen vanuit eigen kracht de eigen missie uit kan dragen. De wereld vraagt om leiderschap. Ben jij of word jij een leider in het onderwijs? Wellicht is Expeditie Leiderschap dan iets voor jou!

Lees ook deze blogs

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip