Het Onderwijsvragenboek | Ruimte voor fundamentele verandering in onderwijs

Het zal je niet ontgaan dat onze samenleving snel en diepgaand aan het veranderen is. Voortschrijdende en nieuwe wetenschappelijke inzichten zorgen ervoor dat we steeds beter weten wat goed is – en wat niet – voor mensen en voor onze planeet. Dit veroorzaakt een verschuiving in de manier waarop we leven en willen leven. We zijn op zoek naar manieren om het welzijn van de mens centraal te zetten en niet langer de systemen en structuren leidend te laten zijn. Dit zorgt voor fundamentele verschuivingen op veel niveaus: in de manier waarop we met elkaar samenleven, hoe we werken, hoe we onszelf organiseren, hoe we kennis delen en informatie verspreiden.

Deze verschuiving is ook merkbaar in het onderwijs. Ook daar ervaren we een steeds grotere afstand tussen de dagelijkse onderwijspraktijk en datgene wat de leerlingen, de samenleving én professionals, echt nodig hebben. Dat blijkt ook uit de toenemende aandacht in de media en de hoeveelheid landelijke platforms en commissies die zich buigen over het onderwijs van de toekomst.

Het stellen van fundamentele vragen creëert ruimte voor fundamentele verandering

Zoektocht naar eigentijds onderwijs

Daar waar structuren en organisaties niet langer meer functioneren en afbrokkelen, ontstaat soms ook juist een nieuwe bron van creativiteit, van innovaties, die als doel hebben aan een andere toekomst te bouwen. De vele initiatieven, netwerken en scholen die een eigentijdse invulling geven aan onderwijs zijn daar het voorbeeld van. Het is ook zichtbaar bij instanties als de Inspectie van het Onderwijs en het ministerie van OCW, in de manier waarop ze een nieuwe invulling van hun relaties met het onderwijs verkennen, waarbij ook voor hen een andere manier van opereren past. Op dit moment wordt er in de zoektocht naar meer eigentijds onderwijs ook volop geëxperimenteerd en ontwikkeld – inclusief faciliteiten als innovatiefondsen, ontwikkelsubsidies, denktanks – maar er is veel discussie over de vraag of deze aanpassingen zullen leiden tot de gewenste effecten.

Maar wat zijn dan die gewenste effecten? Wat beogen we te bereiken? De bewustwording dat we vooral uit moeten gaan van wat kinderen en jongeren nodig hebben in hun ontwikkeling om vanuit zichzelf vorm te kunnen geven aan hun toekomst, is niet van gisteren; denkers als Comenius (vierhonderd jaar geleden), Maria Montessori en Rudolf Steiner (ruim honderd jaar geleden) vroegen al aandacht voor hart, hoofd en handen in het onderwijs. Ideeën die ook in deze tijd nog vaak als ‘revolutionair’ worden gezien. De scholen die vanuit vergelijkbaar gedachtegoed zijn opgericht, hebben als ‘alternatieve scholen’ hun plek gekregen binnen het onderwijssysteem, maar met name op de randen daarvan, in het zoeken naar een balans tussen het behouden van de eigen essentie en het toch moeten inpassen in het systeem.

Met het toenemende bewustzijn dat er dit soort onderwijs nodig is – wat we ook terugzien in de sterke opkomst van deze scholen – groeit ook de vraag of we nog wel op de bestaande fundamenten kunnen blijven voortbouwen.

Verandering van het onderwijs, begint ín het onderwijs

Er is dus iets anders nodig. Velen van ons willen daarvoor hun verantwoordelijkheid nemen, maar hoe? Waar te beginnen? Een school is een heel dynamische omgeving, een gemeenschap op zich. Ons onderwijssysteem is een heel complex geheel; alles hangt met elkaar samen. Hoe kun je zoiets groots en veelomvattends als het onderwijs ook maar enigszins veranderen?

Toch zal de verandering van het onderwijs, ook ín het onderwijs moeten beginnen. Niet alleen omdat de fundamentele verandering in de samenleving als kenmerk heeft dat de verandering begint waar het gebeurt – in plaats van gedreven te worden door nieuw beleid, wet- of regelgeving ‘van bovenaf’ –, maar vooral omdat het onderwijs een zeer bepalende, vormende rol heeft in een samenleving. De waarden, ideeën en intenties die ten grondslag liggen aan het onderwijs, de kennis en vaardigheden die overgedragen worden, zijn zeer bepalend voor de manier waarop kinderen en jongeren hun plek innemen in de maatschappij en hoe zij zelf vormgeven aan de samenleving waarin ze willen leven. Het bepaalt hoe zij opereren en navigeren te midden van de snelle veranderingen van deze tijd, die op iedereen een beroep doen. Het onderwijs kan de ontwikkelingen in de samenleving dus niet gewoonweg volgen of afwachten, maar zal zelf een cruciale, actieve rol in deze maatschappelijke verschuiving hebben.

Het ‘waarom’ en ‘waartoe’: de fundamenten van een systeem

Wat gaan we doen? Hoe zetten we de eerste stappen? Wij hebben ingezien dat voordat we kunnen praten over het ‘wat & hoe’ van ontwikkeling in het onderwijs – laat staan over het volgen en verantwoorden van de impact, het effect en de resultaten van dat nieuwe onderwijs – we eerst op zoek moeten naar het ‘waarom’ en het ‘waartoe’: de fundamenten van een systeem. We zullen eerst helder moeten hebben wat precies de bedoeling is en met welke bril we willen kijken.

Als we deze zoektocht naar het ‘waarom & waartoe’ overslaan, als we te snel naar het ‘wat & hoe’, de nieuwe invulling, de praktische handvatten, de concrete stappen willen, bestaat het gevaar dat we symptomen gaan bestrijden zonder dicht genoeg bij de dieperliggende oorzaak te komen. Daartoe moeten we allereerst onszelf en elkaar de juiste vragen stellen. Lastige vragen, die misschien wel pijn doen. Vragen die we misschien al wel hadden, diep van binnen, maar niet durfden te stellen omdat het zo veilig is of lijkt om vast te houden aan datgene wat we zo goed kennen, wat we nu gewend zijn. Misschien brengen deze vragen ook niet direct een verlossend antwoord. Mogelijk vergroten ze eerst alleen nog maar de onzekerheid en verliezen we daardoor nog meer houvast. Toch is het nodig om deze vragen te stellen. Pas nadat we onszelf deze vragen hebben gesteld, kunnen we het huidige systeem doorzien, opnieuw waarderen wat werkt en loslaten wat niet meer past.

Het huidige systeem blijkt een historische toevalligheid

We kunnen hier alvast verklappen dat uit de 21 Onderwijsvragen blijkt dat het huidige systeem een ‘historische toevalligheid’ is. Er is nauwelijks tot geen wetenschappelijke onderbouwing voor het traditionele onderwijs. Er blijkt ook niet uit dat het doel ervan was om mensen en de samenleving optimaal te voeden, vormen en ondersteunen. Het doel dat in het onderwijssysteem besloten ligt is efficiëntie.

Dat betekent nogal wat. En het brengt een aantal vervolgvragen met zich mee. Want wat ís eigenlijk de bedoeling, de essentie van onderwijs? Wat is de pedagogische en maatschappelijke opdracht die je als professional hebt, de basis voor al je keuzes en beslissingen?

De verandering zal vanuit onszelf moeten komen

Het beantwoorden van deze onderwijsvragen maakt duidelijk dat hier echt een taak voor ons ligt. Voor ons allemaal. Het maakt ook duidelijk dat onze eigen antwoorden op deze vragen leidend moeten zijn voor de manier waarop we ons onderwijs inrichten, in plaats van zonder meer de gevestigde orde te volgen of af te wachten tot er iemand ‘van boven’ met een plan komt. De verandering zal vanuit onszelf moeten komen. Dus het is geen excuus meer om te zeggen: ‘Zo gaat het nou eenmaal.’

Wat betekent dit voor jou? Voor jouw rol in het onderwijs, als leerling, leraar, ouder, schoolleider, bestuurder, of als je op een andere manier betrokken bent bij onderwijs? Hoe kun jij de afstand verkleinen tussen wat je nu doet en wat je voelt dat het juiste is?

Elk proces, hoe gering of omvangrijk ook, begint met het stellen van fundamentele vragen aan jezelf. En elke grote maatschappelijke verandering begint met mensen die vanuit een ander bewustzijn kijken, zelf de eerste stap zetten en samen een beweging vormen.

De wereld verandert, maar in het onderwijs blijven we maar doen wat we altijd deden. Wat we daar doen is leerlingen opleiden voor de banen van gisteren, terwijl ik wil opleiden tot gelukkige burgers van de toekomst.

Het Onderwijsvragenboek is een onderzoek naar het waarom in onderwijs, naar de historische achtergrond, naar de voordelen, de nadelen en de mogelijke alternatieven. De inzichten in dit boek geven duiding, context en taal aan het onderbuikgevoel dat bij veel mensen leeft: is dit onderwijssysteem nog wel het juiste? Past het nog wel bij deze tijd? Kán en mág het ook anders? Je kijkt met andere ogen naar ons onderwijs en ervaart de ruimte voor eigentijds onderwijs.

Beweging in onderwijs begint bij het stellen van fundamentele vragen en het ontdekken van persoonlijke antwoorden. Waarom doen wij de dingen zoals we ze doen? En wat is eigenlijk de bedoeling? In een Onderwijsvragensessie leer je als team vaardigheden om het gesprek op een fundamenteel niveau te voeren, ga je de ruimte zien die er is, vind je eigen antwoorden. Je leert als team je keuzes en je handelen in lijn te brengen met je bedoeling. We tonen je de eerste stap en leren je samen de volgende te zetten.