#Onderwijsvraag 1: Waarom lange zomervakanties?

Elke twee weken onderzoeken we in samenwerking met BNR Nieuwsradio, samen met luisteraars en volgers, een #onderwijsvraag volgens een vast stramien: historie, voordelen, nadelen, alternatieven.

Deze week:

Waarom hebben we (vaste) lange zomervakanties?

De podcast van de BNR-uitzending op 19 mei vind je hier!

Als je in het onderwijs vasthoudt aan ooit door landbouwverlof ontstane vaste lange zomervakanties, gaat de hele toeristische sector en de samenleving zich er naar vormen – inclusief de bouw van extra vakantiewoningen om piekcapaciteit op te vangen, dubbel zo hoge prijzen in het hoogseizoen, leegstand in het laagseizoen en zwarte zaterdagen op de snelwegen. Daarnaast veroorzaken lange vakanties een ‘summer learning loss’ en dat effect is extra groot bij kinderen uit een lagere sociaal-economische status. Oftewel: in meerdere opzichten vergroten lange zomervakanties het gat tussen kansarm en kansrijk. Is dat wat we willen?

Historie: landbouwverlof – kinderen hielpen hun ouders op de boerderij

De lange zomervakantie is ontstaan uit het landbouwverlof en was dus oorspronkelijk een vrije periode om te kunnen helpen op het land en met de oogst. In de leerplichtwet van 1900 is opgenomen dat er maximaal zes weken verlof toegestaan was ‘ten behoeve van werkzaamheden in of voor bedrijven van landbouw, tuinbouw, boschbouw, veehouderij of veenderij’, bekend als het ‘landbouwverlof.’ Het is inmiddels een jarenlange traditie dat de zomervakantie minstens zes weken duurt.

Daarnaast had de gegoede burgerij haar buitenhuizen waar men gedurende langere periodes naartoe ging.

Lange zomervakanties zijn een wereldwijd verschijnsel – de duur in verschillende landen loopt uiteen van 6 tot 14 weken. In sommige warme landen is er een nog altijd een relevante reden: omdat het gewoonweg te heet is. Maar in onze gematigde streken gaat die reden niet of nauwelijks op.

Voordelen: tijd voor ontspanning en andere vormen van ontwikkeling

Ik heb zelf afgelopen zomer wederom aan den lijve ondervonden hoe heerlijk het is om er lange tijd tussenuit te zijn, zowel voor mezelf als voor de kinderen. Om de batterij weer op te laden. Om zonder schuldgevoel weg te kunnen, omdat er verder toch ‘niets’ gebeurt.

Veel ouders merken dat kinderen een grote sprong in hun ontwikkeling maken in de zomer, vooral fysiek en sociaal-emotioneel: ze worden sterker, gaan vaak beter praten en maken vriendjes. Ik heb dat vroeger zelf ook altijd ervaren gedurende onze vakanties en merk het ook aan onze eigen kinderen. Het positieve effect om met het gezin op vakantie te kunnen gaan lijkt me daarom groot. Maar ik kan er online en bij onderwijsexperts maar weinig onderbouwing, laat staan bewijsvoering voor vinden.

Nog een ander voordeel is dat lange en vaste vakanties ons een soort ritme geven, een voorspelbaarheid die door velen als heel prettig wordt ervaren.

Nadelen: summer learning loss, hoge werkdruk docenten, nadelige effecten op economie, ecologie en werkend bestaan.

Leren vergt, volgens hersenwetenschappers, herhaling. Er moeten nieuwe hersenverbindingen aangelegd worden. Als je dat proces onderbreekt kunnen die verbindingen (deels) weer verdwijnen. Het is net als een spier – als je die niet traint, verslapt hij.

Over de ongunstige effecten van lange zomervakanties op het leren is wél veel bewijsvoering te vinden. De Nationale Denktank heeft een flinke meta-analyse gedaan over een fenomeen dat bekend staat als ‘summer learning loss’: de achteruitgang in (gestandaardiseerde test-)scores gedurende lange zomervakanties. Het meest zorgwekkend is dat lange zomervakanties juist die groepen treffen die het leren het hardst nodig hebben: gezinnen met een lagere sociaal-economische status (SES). Oftewel: lange zomervakanties vergroten het gat tussen ‘kansarm’ en ‘kansrijk’. Is dat wat we willen?

Door de vaste vakanties liggen lessen vast in roosters, opgedeeld in periodes, waar aan het eind ervan voor alle leerlingen tegelijk een toets moet worden afgenomen. Dit zorgt voor een onevenredige verdeling van de werkdruk, waar leraren zelf nauwelijks invloed op hebben.

Als we nog wat verder uitzoomen op de effecten van lange zomervakanties en kijken naar onze gehele maatschappij, zijn er nog andere nadelige gevolgen te noemen van de vaste en lange schoolvakanties.

Door de vaste tijden zijn de prijzen voor vakanties (reizen, accommodaties, et cetera) gemiddeld meer dan twee keer zo hoog in het daardoor ontstane hoogseizoen.

waarom zomervakanties

Index 2015 = 100 / Zwart = kosten van alle bestedingen / Rood = kosten onderwerp
Bron: http://www.nrc.nl/next/2016/02/15/ontcijferd-wie-van-lezen-en-zomervakanties-houdt-1590177#lightbox

Deze hoge prijzen treffen de lagere SES gezinnen wederom harder dan de families die het ruimer hebben. In het ‘goedkope’ seizoen weggaan is nou eenmaal niet toegestaan.

Er wordt nog altijd volop nieuwe capaciteit gebouwd om aan de groeiende ‘piekvraag’ naar vakantiewoningen tijdens die vaste vakanties te voldoen. Accommodaties die vervolgens soms langdurig leeg staan gedurende de rest van het jaar. Hoe goed is dat voor onze planeet? Willen we dat?

Daarnaast zijn er de lange files op de wegen (‘Zwarte zaterdag’) en de daardoor verloren tijd en ingeademde uitlaatgassen. Ook de economie komt gedurende de lange vakanties vrijwel tot stilstand. Er zijn ouders die over een heel jaar maar 25 vakantiedagen hebben. In de vakanties moeten zij ofwel vrij nemen van hun werk, ofwel zichzelf in allerlei bochten wringen, dan wel flink in de buidel tasten om de kinderen te kunnen opvangen. Hoe verhoudt zich dit met het beleid om mensen zoveel mogelijk aan het werk te krijgen?

Alternatieven

Er bestaan, ook in Nederland, scholen die 50 of zelfs meer weken per jaar open zijn – en met succes. Zoals De School in Zandvoort (bekend van Tegenlicht; 50 weken open van 8.00-18.00u), Montessori Casa in Pijnacker (“all day all year”), Sterrenschool De Ruimte in Almere (50 weken open van 7-19u) en Laterna Magica in Amsterdam (52 weken open van 7.30-18.30u).

Daarnaast zijn er ‘Integrale Kindcentra’ en ‘Sterrenscholen’ op diverse plekken in het land te vinden die eveneens 50 weken per jaar open zijn. Behalve een enkele democratische school (vrijwel allemaal particulier bekostigd) ken ik nog geen VO (middelbare) school die de vaste vakanties heeft losgelaten.

In het buitenland bestaan er ‘year-long schools’. Hierbij is er geen vaste lange vakantie, maar zijn er meerdere langere vakanties door het jaar heen – bijvoorbeeld 45 dagen school en 15 vrij, of 60-20 of 90-30. Zie hier een artikel van de NEA (Amerikaanse National Education Association) over de voor- en nadelen van year-round schooling, inclusief links naar verder onderzoek ten aanzien van lange zomervakanties versus year-round schooling.

Dat je flexibele openingstijden niet ‘zomaar’ kunt implementeren laat de inspectie wel zien, die naar aanleiding van het “Experiment Flexibele Onderwijstijden” onder twaalf deelnemende scholen het volgende stelt:

Geconstateerd kan worden dat het invoeren van flexibele onderwijstijden een stevige interventie is. Om het concept te laten slagen, is een goede voorbereiding en een aantal randvoorwaarden nodig. Slechts één van de twaalf deelnemende scholen voldeed aan deze randvoorwaarden. Op basis van de kleine en diverse groep scholen die deelnamen aan het experiment zijn er geen conclusies te trekken over het effect van het experiment op de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie beveelt scholen die succesvol met flexibele onderwijstijden willen gaan werken aan om te voldoen aan de volgende randvoorwaarden:

  • een duidelijk door het bestuur goedgekeurd plan, waarin naast de organisatorische zaken vooral ook het onderwijsinhoudelijke deel goed is beschreven;
  • een team dat achter het concept staat en flexibel (individueel) onderwijs kan geven;
  • een goede aansturing door de directeur en controle op de kwaliteit van het onderwijs.

Het loslaten van vaste schoolvakanties (en vaste schooltijden) kan dus niet zomaar op zichzelf staan. Maar er zijn steeds meer scholen die een dergelijke verruiming willen om beter onderwijs mogelijk te maken.

Overweging en verdere vragen

De vraag is waarom het zo nodig is om onze batterij op te laden, waarom we gedurende het jaar zo uitgeput raken. Kunnen we de oorzaken van die uitputting aanpakken? Is het mogelijk om die fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling ook onder schooltijd optimaal te faciliteren? Hoeveel uren (lestijd) is nodig? Wat verstaan we onder ‘schooltijd’ en wat is ‘vakantie’?

Wat als je elk moment van het jaar op vakantie zou kunnen gaan, op een door jou zelf gekozen tijdstip? Wat als we daardoor de pieken kunnen opvangen en beter kunnen spreiden? Zouden gezinnen uit lagere SES-milieus dan ook vaker op reis gaan en zou dat positieve effecten hebben?

Tot slot

Het onderzoeken en beantwoorden van de Onderwijsvragen is een communityproject, een ‘imperfect work in progress’ waarbij de input van lezers en anderen van doorslaggevend belang is.

De antwoorden op deze onderwijsvraag zijn tot stand gekomen dankzij input, inzichten en bijdragen van: De Nationale Denktank, Hartger Wassink (Nivoz), Nationaal Onderwijsmuseum Dordrecht, Tessa van Zadelhoff en Petra Janssen-Heida.

Heb je nog aanvullingen, nieuwe inzichten of (vooral) wetenschappelijk onderzoek of harde data die bovenstaande argumenten verder onderbouwen of juist verwerpen? We horen het graag!

Heb je zelf een onderwijsvraag of wil je mee discussiëren over de Onderwijsvragen? Gebruik de hashtags #onderwijsvraag of #onderwijsvragen op sociale media!

De coverfoto bij dit blog is gemaakt door Lorenzo Grifantini